Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoewel een zondaar honderd[maal] kwaad doet, en [God] hem [de dagen] verlengt; zo weet ik toch, dat het dien zal welgaan, [33]die God vrezen, die voor Zijn aangezicht [34]vrezen. 33. Te weten met een kinderlijke vreze. 34. Te weten vrezen hem te vertoornen.